Obsessies. Ik heb er vaak last van. Zo ook de afgelopen periode. Nog niet zo heel lang geleden was ik in de ban van Paul de Leeuw. Heel mijn leven stond in het teken van Paul. Er ontstond zowaar een hypomanie in mijn hoofd. Een hypomaan is een licht vorm van een manie. Manies ervaar ik – ondanks dat het slecht voor je is – als leuk. Je bent dan namelijk heel erg vrolijk. Niet vrolijk, maar heel erg vrolijk. Heel heel heel erg vrolijk. Neem vrolijk zijn in je hoofd en dat dan vermenigvuldigen met honderdduizend keer! Zo vrolijk. Is dat niet leuk?
Zeker nu de donkere periode aanbreekt kost het mij moeite om vrolijk te zijn. Vandaar dat ik enorm blij was toen Paul mij een hypomanie bracht. Zijn redactie belde. Ze reageerde op een mail die ik enkele weken daarvoor had verstuurd. Die mail versturen? Dat was een opdracht van Nicolai en Gino. Volgens hen was het tijd om door te breken. Mentaal zou ik er klaar voor zijn, mijn leven liep op rolletjes. Normaal zou ik dat namelijk nooit doen. Het was echt een opdracht van Gino en Nicolai. Mijn helden stuur ik nooit een brief en Paul was en is een held van mij.
Maar de redactie reageerde dus totaal onverwachts op mijn mail. ‘Dat doen ze niet zomaar Jannes’, had Gino gezegd. Dat geloof ik ook. Zou het dan toch gebeuren? Ik kon er niet van slapen, eten, huishoudelijke taken uitvoeren en werken. Voor eventjes was mijn leven niet meer stabiel. Mijn hoofd zat al bij Paul. Ik was er zo mee bezig dat bij mijn naasten de alarmbellen begonnen te rinkelen. Ja, ik moet toegeven: een obsessie was in de maak.
Nu moet men weten dat ik niet geil op het feit dat ik op de televisie zou kunnen komen. De reden waarom ik op de televisie zou moeten komen vind en vond ik belangrijker. Ik heb namelijk helemaal geen televisiehoofd, meer een hoofd voor de radio. Dan schrikt men minder. De reden dat ik op televisie moet komen is dat ik een lans wilde breken voor de psychiatrische patiënt in Nederland.
Ik begon van alles te regelen. Zo zocht ik contact met een psycholoog die ook het taboe wat er heerst wil doorbreken. Ik nam contact op met de organisatie van de Nationale Week van de Psychiatrie. Dat contact resulteerde in het feit dat ik een column mag schrijven. Een kans die ik met beide handen aangrijp, omdat dat ook een middel is om het taboe te doorbreken.
Maar ik had dus last van een obsessie en dat begon zijn tol te eisen. Van de verpleegkundige kreeg ik het advies het rustiger aan te doen. Nog rustiger dacht ik? Ik vond dat ik mijn leven al rustig aan deed. Maar goed ik zou het een kans geven. Tijdens die rustige periode dat ik niet aan mijn missie mocht denken, kwam het besef dat ik een beetje aan het doorslaan was.
Het is misschien raar, maar ik wil dit zo graag. Erkenning en respect. Niet dat ik dat niet krijg, maar ik vind echt dat het taboe doorbroken moet worden. Het niet doorgaan om met Paul hier over te praten kwam aan als een klap. Ik vind het een gemiste kans, maar goed ik kan niet alles veranderen, en hoogstwaarschijnlijk verander ik niets, maar ik wil er in ieder geval alles aan gedaan hebben. En al verandert maar één persoon zijn mening, dan ben ik al blij.