Mensen vragen wel eens hoe ik dat doe. Optimistisch zijn ondanks mijn beperkingen. Laat ik ten eerste zeggen: ik zie mijn ziekte niet als een beperking, maar als een talent. De columns die ik schrijf had ik namelijk nooit kunnen schrijven als er geen stemmen in mijn hoofd waren geweest. Ten tweede heb ik geleerd en gemerkt dat iedereen wel wat heeft. Niemand is perfect, al wil men dat wel uitstralen, en dan komt humor. Met humor kan je veel dingen relativeren.
Ik vond en vind het leven nog steeds, zoals ik het altijd beleefde, gewoon kut, maar ik heb geleerd dat je zelf het leven leuker moet maken. Dat ik dat heb geleerd is een bijzondere prestatie en humor heeft me daar veel bij geholpen. Ik weet niet of ik humor heb, maar wat ik wel weet is dat mijn stemmen Gino, Oscar en Nicolai wel een goed gevoel voor humor hebben. Oscar is vooral van de zwarte humor, Gino en Nicolai zeggen vaak iets grappigs wat geen afzeikhumor is.
Ik merk aan mij zelf dat ik steeds meer zelfvertrouwen krijg. Dat resulteert erin dat ik de grappen van met name Oscar met mijn omgeving deel. Laatst zat ik met een paar hockeybrabo’s te praten over mijn ziekte en humor was een onderwerp wat we bespraken. Ik vertelde ze een grap van Oscar over cliniclowns. Een grap die ik ook hier wel wil delen. Let wel het is zwarte humor én de denkwijze van Oscar.
Ik zat ooit bij een vriend en diens familie televisie te kijken. Op de beeldbuis was een inzamelingsactie van de cliniclowns te zien. Een groot opgezet programma met sprekers, clowns en reportages over het werk van die clowns. Zo was er te zien dat een clown aan het werk was bij een ziekenhuisbed. In mijn hoofd hoorde ik Oscar steevast zeggen: “Je gaat je echt afvragen wie er nou ziek is, de patiënt of de clown.”
Opeens floepte het eruit. Ik zei het hardop. De vriend kon er wel om lachen, de familie niet. Misschien kwam het ook door de manier waarop ik het zei; het was erg serieus. Gelukkig waren er paasvuren en konden ik en mijn vriend vluchten.
Humor. Ik ben blij dat het er is. Belangrijk bij humor is dat je moet kunnen incasseren als je wilt uitdelen. Gelukkig kan ik dat, en dat is maar goed ook. Ik ben namelijk goed bevriend met de Bolle. De Bolle is, zoals de naam al zegt, wat aan de stevige kant en loopt altijd in een trainingspak. Je raadt het al, daar zijn goede grappen over te maken. Wat ik ook doe.
Maar de Bolle kan ook uitdelen. Jammer is dat hij de grap vaak zelf leuker vindt dan de rest, maar soms is het ook gewoon lachen gieren brullen. Ik gun het hem, want ook hij heeft, zonder hier over uit te weiden, het nodige meegemaakt. Belangrijkste is dat we het van elkaar kunnen hebben, zoals dat gaat in vriendschappen.
Maar zijn humor is dezelfde als van Oscar: Hard, maar grappig!