Deze column gaat over twee bijzondere mensen. Zij hebben er met hun collega’s voor gezorgd dat mijn leven weer op de rit kwam. In de column wil ik ze tegen hun zin bedanken voor wat zij hebben gedaan. Natuurlijk weet ik dat ik het grootste gedeelte zelf heb gedaan, maar zonder hen was het resultaat dat ik ben wie ik nu ben niet gerealiseerd. Ik ben ze daar zeer erkentelijk voor, maar ze weigeren mijn dank te accepteren. Vandaar deze column waarin ik terugblik op een vruchtbare intensieve samenwerking.

Zo’n drie jaar geleden kwam ik in aanraking met de GGZ. Niet vrijwillig. Mijn ouders waren mijn houding zat en er moest wat gebeuren. Ik vertelde ze dat ik niet meer wilde leven. Ik verlangde naar de dag dat alles voorbij zou zijn en dat ik eindelijk mijn rust zou vinden. Mijn ouders schrokken zich dood (een leuke woordspeling) en gingen met mij naar de huisarstenpost. De huisarts kon niet veel doen dan de crisisdienst van de GGZ waarschuwen. Zo kwam ik het leven ingewandeld van Margreet.

Margreet was mijn verpleegkundige, ook wel casemanager genoemd. In het begin voelde een dagje GGZ als een straf. Mijn stemmen hadden me al gewaarschuwd dat ze me het gekkenhuis in wilde lokken. Ik weet onze eerste kennismaking met Margreet nog. Ik zat nogal somber samen met mijn ouders bij een psycholoog en Margreet in een kamertje dingen te bespreken. Wat weet ik niet meer, want volgens mij was er met mij niets aan de hand. Ik weet nog dat ik naar mijn moeder snauwde dat als het haar zo leuk leek, ze zelf maar moest gaan.

In het begin was het dus voor mij niet leuk, maar om niet uit huis zo de straat opgezet te worden door mijn ouders beloofde ik in therapie te gaan. Therapie het klinkt verschrikkelijk en je zou je er voor schamen, maar ik denk er nu heel anders over. Ik vind dat sommige mensen gewoon een half jaartje in therapie zouden moeten gaan. Op zoek naar zichzelf, want door de maatschappij waarin wij leven, raak je jezelf nogal snel kwijt.

Terug naar Margreet. Met haar heb ik na een moeilijk begin, bijna alles met haar gedeeld. Margreet werd een soort derde oma. Oma is niet denigrerend bedoeld maar ze is al op leeftijd, maar door haar werk erg jong van geest. Ze heeft me voor haar gewonnen en we konden alles met elkaar bespreken. Toen ik voorstelde om op de ALM te gaan wonen stemde ze daarmee in. De Alm is een huis waarin jonge mensen met een kwetsbaarheid voor psychosen herstellen en een nieuw leven proberen op te bouwen. Dat gaat met vallen en opstaan, maar het lukt vrijwel altijd om de patiënten een mooie toekomst te geven.

Hugo leerde ik later kennen. Hij kwam het team van hulpverleners versterken als psycholoog. Ik was al redelijk gewend, maar moest opnieuw wennen aan Hugo. Het ligt voor de hand, maar Hugo is een man. En met mannen kan ik moeilijker mijn problemen bespreken. Dat klinkt gek, maar daar is wel een verklaring voor. De vrouw is tenslotte wat gevoeliger en begrijpt eerder je problemen. Zo dacht ik inmiddels. Hugo heeft, zeker in het begin, het gevoel gehad aan een dood paard te trekken. Ik ging er niet zo makkelijk heen.

Wat er is gebeurd weet ik niet, maar opeens was er de klik. Hij kreeg contact met me, mijn stemmen en mijn manier van denken. Dat komt mede door zijn vakmanschap en doorzettingsvermogen. Hugo is met stip de allerbeste psycholoog die ik in mijn leven heb gehad. En ik heb er redelijk veel gehad.
Na de klik hebben we veel gelachen, maar ook serieus gesproken en zelfs een beetje gehuild.

Hugo & Margreet. Het zijn twee top-hulpverleners die ik mijn leven lang dankbaar zal zijn. Als ik het moeilijk heb, denk ik aan ze. En alleen al het denken beurt me weer op. Afgelopen vrijdag nam ik afscheid van ze, in de week dat afscheid nemen centraal stond. Afscheid nemen doet mij erg pijn en wil ik liever niet. Hugo vond het belangrijk dat het afscheid nemen wel goed gebeurde.

Tijdens het afscheid hebben we gepraat over de groei die ik heb doorgemaakt. Want ik ben enorm gegroeid en dat heb ik zeker zelf gedaan met de hand die mij aangereikt werd door Hugo & Margreet. We hebben gelachen en herinneringen opgehaald. Even zag ik dat ook Margreet het moeilijk had. Een teken van de goede band die we met elkaar hadden.

Hugo & Margreet, Ik zal jullie nooit meer vergeten. Ik zeg wel eens: “Ik ben geboren in Kampen, maar ik heb mijn leven terug gevonden in Assen”. Jullie zijn voor mij meer dan alleen hulpverleners, we hadden een mooie hechte band waarin respect, humor en begrip de boventoon voerde. Bij jullie. En of jullie willen of niet, zo lang mijn strot niet onder de aarde wordt geschoffeld zal ik altijd zeggen: BEDANKT!