Over hoe iemand door openheid zich onttrok uit de tragiek van zijn leven

De tragiek van het leven is dat het nooit kan lukken. Het tragische is dat je nooit te weten komt of je succes beter had kunnen zijn of het falen voorkomen had kunnen worden. Laat het een troost zijn: niemand weet het. Ik weet nu: het leven is geen wedstrijd. Het gaat er niet om of je het langst leeft of ergens de beste in bent. Een groot deel van mijn leven zwom ik met de meute mee en zag het leven als een wedstrijd. Mijn leven moest lukken. Ik streefde een succesvol leven na: een lieve vrouw en kinderen, een mooi huis en een goed inkomen voor een zorgeloos bestaan. Ik geef grif toe: ik faalde. Hopeloos. Vanaf het eerste moment, maar er was een goede verklaring voor.

Onzichtbaar voor de buitenwacht waren de stemmen, wanen en schimmen in mijn hoofd. Onzichtbaar voor hen, maar ze lieten diepe sporen na in mijn leven. Ik vervreemde steeds meer van de wereld om mij heen. Ik werd bang van andere mensen en het leven op straat. Liever isoleerde ik me van de rest. Dingen die ik leuk vond werden minder leuk. Langzaamaan werd mijn leven steeds meer een hel. Ik zag het nut en de zin van het leven niet meer. Somberheid en gedachten over zelfdoding waren het gevolg. Ook anderen keerden steeds meer tegen mij omdat ik anders was. Ik werd voor gek verklaard omdat ik afweek van de rest. Ga maar niet te veel met die jongen om anders loopt het verkeerd met je af. Destijds gaf ik ze gelijk. Studies mislukten en financieel maakte er ik een puinhoop van. Tot het moment dat er noodgedwongen ingegrepen werd door mijn ouders en ik professionele hulp kreeg.

Schizofrenie en de bijbehorende somberheid was de diagnose waarmee ik de wereld van de psychiatrie betrad. Werkelijk: er gingen deuren voor me open. In deze wereld voelde ik mij vanaf dag een thuis. Stap voor stap en met de wetenschap waarom het in het echte leven niet wilden lukken, ging ik een toekomst opbouwen. De opname in een psychiatrische inrichting is de plek geweest waar ik voor het eerst begon te schrijven. Mijn eerste werk was een simpele verklaring aan familie en vrienden waarin ik zo goed als het kon uitlegde wat er aan mij mankeerde. Waarom ik zo afweek van de anderen. En nee, ik bleek niet alleen af te wijken omdat ik niet succesvol was, er speelde veel meer.

De wereld van de psychiatrie was mij vreemd. Dat had een groot voordeel: ik ging er onbevangen in en met de wetenschap dat ik het leven dat ik daarvoor had niet meer wilde. Het had ook een nadeel: ik moest gaan praten. Praten met artsen, hulpverleners, familie en vrienden. Ik moest afscheid nemen van mijn dubbelleven. Een echte prater was ik nooit geweest. Ja met de stemmen in mijn hoofd. Als niemand in de buurt was lulde ik een eind met ze weg. Soms hardop, soms in stilte. Heel vermoeiend allemaal. En nu moest ik praten met vreemden waar ik een beetje bang voor was. Ik merkte dat het praten met anderen me gemakkelijker afging als ik het vooraf op papier zette. Voor mijn gevoel ging ik voor het eerst in mijn leven mij tonen aan de wereld.

Mijn leven aan het papier toe vertrouwen werkte bevrijdend. Het leven werd makkelijker en ik ontdekte dat ik schrijven leuk vond. In het re-integratietraject wat volgde, kwam ik per toeval op een redactie van een medische website. Door mijn openheid en mijn schrijverstalent kwam op een gegeven moment het verzoek van de hoofdredacteur om columns te schrijven over mijn aandoening. Het bleek een schot in de roos: na een aantal maanden zijn de columns gebundeld in mijn boek “Oscar”. Terugkijkend op deze periode beschouw ik het als de mooiste fase van mijn leven. Ik heb niet alleen mijn leven, maar ook de regie weer terug. Door openheid te geven ging ik niet alleen me zelf meer waarderen, ik werd ook zichtbaar voor anderen. Die zichtbaarheid bracht bewondering met zich mee. Mijn openheid in “Oscar” werd geroemd en mensen vonden mijn psychische kwetsbaarheid soms zelfs herkenbaar.

De bewondering voor mij.  Die ene herkenning in mijn klachten van: daar heb ik soms ook last van, mondde vaak uit in leuke, mooie gesprekken. Gesprekken die mij het gevoel gaven: ik ben een mens! Een mens van vlees en bloed. Een mens met net als ieder ander goede- en slechte eigenschappen, verlangens en teleurstellingen, blije en verdrietige momenten. Ik ben een mens! Tsja, daar moest ik in het begin erg aan wennen. Ik kende dat niet. Ik zag me altijd als anders en ik ben de enige met deze klachten. Nu weet ik dat dat gevoel niet altijd juist is en niets is wat het lijkt.

Mijn openheid is de ommekeer geweest. Mijn schrijven bleek de sleutel te zijn van de deur die mij de toegang verschafte naar het pad der vrijheid. Het pad der vrijheid bleek een mogelijkheid om uit de tragiek van mijn leven te wandelen. Sinds ik het bewandel heb ik me nog nooit zo bevrijd en gelukkig gevoeld en besef des te meer: het leven is geen wedstrijd. Ik prijs me gelukkig met mijn reis over het pad der vrijheid. Ik ben blij en trots met mijn successen, maar vier net zo hard het falen in de dingen die uitlopen in mislukkelingen. Ik vier het beiden omdat ik weet dat mijn reis over het pad der vrijheid niet kan lukken.

En dus: vier het leven. Vier je reis. Wees open en eerlijk over wie je bent, je succes en je falen en weet: het leven is geen wedstrijd.