Nu de dagen allemaal hetzelfde lijken begin ik met het bijhouden van een dagboek. Let wel: een dagboek in willekeurige volgorde. Gewoon om bezig te zijn en de dag wat te breken. Pas op: onderzoek wees uit dat 83,6 procent van de rokers baat heeft bij het lezen van dit dagboek. Voor de niet-rokers lag dit percentage bijna met drie procentpunt hoger namelijk 86.4 procent.

Dag 2.

Elk begin is moeilijk. Zo ook stoppen met roken. Ik weet dat nog van mijn eerdere pogingen. De eerste poging jaren terug, hield ik het langst vol. De twee pogingen die ik samen met mijn broer deed waren van mijn kant minder serieus en stranden dus ook snel. Mijn broer wou het meer dan ik. Ik wist bij beiden keren dat het stoppen iets tijdelijks zou zijn. Met andere woorden ik was er niet klaar voor en toch zijn de twee pogingen een soort van een begin geweest.

Sinds de laatste poging zat het wel meer in mijn hoofd. Stoppen. Ik wist alleen niet wanneer. De afgelopen weken heb ik stilaan een begin gemaakt. Bij Sonja, mijn casemanager bij de GGZ, had ik aangegeven dat ik wilde stoppen maar dat ik het niet alleen kon en professionele hulp nodig had. Sonja heeft het traject gestart en kijk nu, ik ben gestopt zonder hulp. Er zijn gesprekken geweest maar het traject is nog niet gestart en door de crisis weet ik niet eens of het gaat starten. Ik vermoed van niet.

Het is het begin van dag. Deze zaterdagochtend heb ik het zwaar. Normaal rook ik eerst een stuk of vijf sigaretten en ga dan met de hond lopen. Nu kan dat niet. Geen sigaretten, geen geld. In plaats van de nodige nicotine eet ik een appel en ga daarna met de hond lopen. Bij terugkomst geef ik de hond eten en maak mijn eigen ontbijt klaar. In gedachten maak ik rekensommetjes over wat ik mogelijk bespaar als het me lukt te stoppen. De uitkomsten zijn motiverend maar de trek in een sigaret overheerst mijn gedachtegang. Het liefst wil ik roken om de tijd te doden. Ik weet: het kan niet.

De bel gaat. Het is mijn moeder met de boodschappen voor het weekend. Uit voorzorg laat ik mijn moeder de boodschappen doen daar ik licht verkouden ben. Geen zorgen het is niets ernstigs. De boodschappenservice van mijn moeder moet helpen de verleiding te weerstaan om sigaretten te kopen. Ik hoef de deur niet meer uit. Ook alcohol vermijd ik voorlopig. Het lijkt me gewoon beter. Ik bedank mijn moeder en sluit de deur. Ik vertel haar expres niet over dat ik gestopt ben met roken. Het is nog te pril.

Binnen pak ik de boodschappen uit en ga vervolgens even slapen om de tijd te doden. God wat gaat de tijd langzaam. Als ik deze zaterdag doorkom besef ik me dat het de eerste dag is dat ik heel de dag niet gerookt heb. Gisteren had ik nog het restant van de donderdag gebruikt. Begin van die middag was dat op.

Elk begin is moeilijk. Hoeveel je rookte of hoe weinig maakt daarin niet uit. Deze dag ben ik moeizaam doorgekomen. Heb veel geslapen. Iets wat ik ook deed tijdens de pogingen bij mijn broer. Ik hoop dat het in verloop van tijd wat minder slaap. Nu mag het van mijzelf. Je moet immers niet te streng zijn.