Zaterdag. De zestiende dag breekt aan sinds mijn wereld veranderde als een donderslag bij een heldere hemel. Tussen toen en nu zitten 600 sigaretten. Bizar. Ik ben nog steeds clean en de wereld is nog zit nog stevig in de wurggreep van een zeer besmettelijk griepvirusje. Het openbare leven ligt grotendeels stil. Scholen, sportclubs, restaurants en bars zijn nog altijd gesloten. En dat zal nog minstens drie weken duren. Hoogtepunt? Het lukt steeds beter om de dag door te komen. Ik slaap minder en loop nu vaker met de hond. Ik eet ook weer fruit. Drie appels een banaan en twee mandarijntjes gaan er vandaag door heen en vervangen de dagelijkse twee pakjes Marlboro.

Zaterdagochtend. Mijn Senseokoffiezetapparaat is aan blijkbaar aan vervanging toe, het pruttelt halve kopjes koffie uit. Ik pers ondertussen twee sinaasappelen uit tot een voller glas sinaasappelsap en mijn gedachten gaan uit naar Dunya. Dunya, het mongoloïde hondje van mijn ouders, heeft een zelfmoordpoging gedaan vertelde mijn vader die ochtend. Maar het was niet gelukt. Mijn ouders waren er snel bij toen ze eenentwintig pijnstillers van de andere hond had opgegeten. Bij de dierenarts koste ze het weer uit. Eind goed al goed.

Uit de speaker klinkt “Heaven” van wijlen Avicii. Altijd goed. Als ik te veel last van mijn psychische klachten heb luister ik altijd naar Avicii. Het beurt me op is vrolijk en geeft me kracht om door te gaan. Avicii is voor mij de Frans Bauer van de Dancescene. Het was in Manilla dat ik hem ontdekte. Veel te laat. Een paar maanden later was hij dood. Zelfmoord. Ik blijf hem luisteren en het kwam deze zaterdagmorgen goed uit. Ik had het zwaar. Ik snakte naar een sigaret, maar door Avicii pakte ik een mandarijn. Pelde deze en at hem op.

Ik doe het niet alleen. Stoppen met roken. Ik heb een heel team van deskundigheid om mij heen. Trots. Dat zijn ze in het team. Bij elk telefoongesprek steken ze veren in mijn reet. Dat ik goed bezig ben en het helemaal op eigen kracht doe. Zonder kauwgom of een, pleister bedoelen ze. En het gaat ook goed dat ben ik met ze eens. Maar ik denk ook we leven nu met zijn allen even voor spek en bonen. Naast de nodige boodschappen ligt mijn leven eigen lijk stil. Ik weet niet hoe het bij u is, maar ik vrees hetzelfde. De verveling begint nu wel toe te slaan. Ook de telefoontjes van mijn anti-rookteam beginnen ronduit vervelend te worden.

En dat ligt deels aan de veren die ze in mijn reet stoppen. Ik kan bijna niet meer schijten. Nee. Zorgelijk is ook mijn alcoholgebruik. En dat moet ook aangepakt worden, vindt mijn team. Je geeft iemand een vinger en ze pakken heel de hand. Ik ben het niet met ze eens. Vaak komt ontkenning van een mogelijke verslaving vaak voor maar ik heb het eens nagevraagd in mijn omgeving. En niemand die zegt dat het een probleem is. Mijn drinkgedrag. Dus ik heb me voorgenomen om dat probleem niet aan te pakken. Stoppen met roken is al moeilijk genoeg. Ik heb nog een lange weg te gaan.

Ik merk dat ik me druk maak om niets. Een lullig alcoholprobleempje. Zelf ervaar ik alleen een alcoholprobleem als ik de barman moet bekennen dat ik het niet meer kan betalen… En dat komt best vaak voor. Uit de speaker hoor ik het nummer ‘vluchten kan niet meer’ en dat is de reden dat ik niet meer overdenk of ik een alcoholprobleem heb. Er zijn grotere problemen in deze wereld. Of we genoeg IC-bedden hebben. Om maar iets te noemen…

 

 

Fijne Pasen en tot dinsdag 14 april