Deze column is een ode aan de veel te vroeg overleden Daan. Daan heb ik leren kennen tijdens de talentenexpeditie van het REA College in Groningen. Het REA College is een instituut waar mensen met een beperking, of het nou lichamelijk of geestelijk is, hun talenten ontdekken en waar ze een opleiding kunnen volgen die aansluit bij hun mogelijkheden. Ik ben daar via mijn maatschappelijk werkster terecht gekomen ondanks dat ik had gezworen nooit, maar dan ook nooit meer een opleiding te volgen…

Daar kwam ik Daan tegen. Een vrolijke jongen die ondanks zijn spierziekte vrolijk in het leven stond. Ik ben geen prater en dus geen netwerker, maar toch voelde ik een band met hem. Hij, zo zou later blijken aan het mailcontact, had dat ook met mij. Omdat ik vreselijk veel klachten had zonderde ik mij af van de groep, maar Daan hield ik goed in de gaten.

Daan heeft mij door zijn levensovertuiging ontzettend geholpen mijn ziekte te accepteren. Zonder dat we een conversatie hebben gevoerd. En ook niet onbelangrijk, hij leerde mij mensen zoals hij te accepteren. Voorheen was ik altijd bang voor mensen met een soortgelijke ziekte. Niet lullig bedoeld hoor, maar ik had daar gewoon moeite mee. Ik had voor de talentenexpeditie gehoopt zo min mogelijk mensen met een lichamelijke beperking te treffen; Daan was de enige.

Daan had ontzettend veel humor, wilskracht en vechtlust. Binnen de groep had hij een speciale rol. Een rol die veel respect afriep bij de overige groepsgenoten en begeleiders. Zijn motto “iedereen heeft wat” kwam bij mij binnen met veel vraagtekens. Toch moest ik hem na wikken en wegen gelijk geven.
Zijn droom om met cijfertjes aan de slag te gaan en een eigen bedrijfje te beginnen was bijna onrealistisch, gezien zijn handicap. Toch bleef Daan er in geloven.

Daan wilde ook alles zoveel mogelijk zelf doen. Zo woonde hij op zichzelf in een flat op de vijfde etage. De lift in het appartementencomplex ging maar tot de derde verdieping zodat Daan de laatste twee verdiepingen letterlijk naar boven moest klauteren. Hij deed het maar. Ook al kon het eigenlijk niet meer. Helaas kon Daan de talentenexpeditie niet naar behoren afronden. Zijn ziekte liet hem in de steek.

Ik had regelmatig mailcontact met hem toen hij in het ziekenhuis lag. Het deed mij pijn dat hij zo moest lijden. Het ging steeds slechter met hem en op het eind kon hij niets meer. De spierziekte had de strijd gewonnen. Kenmerkend aan Daan was dat hij zich niet liet verslaan door zijn ziekte en dat hij zelf wel zou bepalen wanneer de strijd gedaan was.

Toen ik in Madrid was, kreeg ik zijn laatste mail. Hij kondigde zijn afscheid aan. Hij had besloten om zijn leven te beëindigen. Het nieuws sloeg in als een bom. Ik wist dat het slecht ging, maar zo slecht had ik niet verwacht. Toch had ik respect voor de wijze waarop hij zijn keuze had gemaakt en ons had geïnformeerd.

Op zijn begrafenis werd mij weer duidelijk wat een bijzondere jongen Daan was. Gelukkig heeft hij ook een normaal leven gehad; zijn ziekte ontstond pas in zijn studententijd. Er werd tijdens de dienst gelachen en gehuild, maar we hebben op een waardige manier afscheid genomen van een bijzonder mens…

Lieve Daan,

Rust zacht, ik zal jou nooit vergeten. Bedankt voor wat je voor mij hebt gedaan…