Atlético de Madrid is mijn club. De liefde voor de club is ontstaan door Nicolai. Steeds weer begon hij over de club te praten. Dat hij daar speelde. En hoe, hij was een cultheld geworden en hij bleef de club altijd trouw. Hij had clubliefde, iets wat de doorsnee voetballer vandaag de dag niet meer heeft. Door zijn prachtige verhalen werd ik nieuwsgierig. Ik besloot de club te gaan volgen. Vanuit huis, hier in Nederland.

Ik zocht alles wat er te vinden was over de club op internet. Zo kwam ik te weten dat de club in 1903 was opgericht door drie Baskische studenten als dochterclub van het Baskische Atletic Bilbao. Ook over het tenue valt een schitterend verhaal te vertellen. In het begin speelden ze in hetzelfde shirt als Bilbao, wat deze club had gekopieerd van het Engelse Blackburn Rovers. Toen een afgezant van de club geen Blackburn Rovers shirts meer kon krijgen kozen ze voor het huidige rood-wit van het tevens Engelse Sunderland. De bijnaam van de club “Los Colchoneres” (de matrassen) heeft te maken met het tenue. De rood-witte banen op het tenue doen denken aan de oude Spaanse matrassen van vroeger.

Van het verzamelen van informatie kwam het kijken van wedstrijden. En daar zag ik hem, de voetballer die Nicolai had kunnen zijn: Kun Agüero. Ik had er weer een nieuwe voetbalheld bij. Kun was zijn bijnaam en wat kon hij voetballen. Ik herinner me hem nog goed in de eerste wedstrijd tegen PSV. Twee keer maakte hij een schitterend doelpunt. En de commentator destijds gaf nuttige privé-informatie prijs; Kun had de dochter van voetbalicoon Diego Maradona bezwangerd. Mooier kon niet…

Kun en Atleti, ze gingen mijn leven beheersen en het smaakte naar meer. Ik zou en moest er een keer naar toe; Madrid. Met mijn vader, voetbaldier puur sang en die elke bal die naar voren wordt getrapt echt schitterend vindt, trok ik de stoute schoenen aan. We gingen een lang weekend naar Madrid. Op het programma stond cultuur snuiven, maar vooral het bezoeken van de wedstrijd Atlético de Madrid – Hércules CF. Geen spannende wedstrijd. Hércules was al gedegradeerd en Atlético had Europees voetbal bijna binnen. Atleti won met 2-1.

Sinds dat weekend ga ik minstens één keer per seizoen naar Madrid om een wedstrijd van Atlético bij te wonen. En dat doe ik niet alleen voor Atlético; de stad Madrid is ook prachtig. Ik kom er tot rust. Je kunt veel zeggen over de Spanjaarden, maar ze hebben wel uitgevonden hoe je moet leven. Ze hebben nu door de hoge werkloosheid daar ook alle tijd voor, maar mijn droom is om een tijdje in Madrid te gaan wonen.

Een hoogtepunt van mijn Madrid bezoeken is de ontmoeting met Kun. In een van mijn reisjes heb ik samen met mijn vader een training bezocht. Na afloop stond ik aan de poort waar de spelers in hun te dure en patserige bolides naar buiten reden. Ze stopten om handtekeningen uit te delen en op de foto te gaan. Ik rook mijn kans en ging met diverse spelers op de foto, waaronder met mijn held Kun.

Helaas verliet Kun kort daarop de club. Hij koos voor de miljoenen van Manchester City. Zo zie je maar weer, voetballers zijn net verwende psychoten; ze willen steeds meer en beseffen niet wat ze hun fans aandoen. De realiteit zijn ze al jaren kwijt.

Nu de koning dood is, staat er een nieuwe koning op. Ditmaal ben ik een enorme bewonderaar van Radamel Falcao. Helaas doet hij het zo goed, dat een vertrek in de winterstop niet uitgesloten is. Maar ook dan zal er een nieuwe koning opstaan, vamos Atleti…